Historie van het SOD Fonds en het K&O-Fonds Fie van der Hoop
Het SOD Fonds
Het SOD fonds (Stiching Ontwikkelingsfonds Daghulp voor Jeugdigen) komt voort uit het gedachtegoed van de Boddaertcentra. In 1903 stichtte freule Elisabeth Boddaert het eerste “tehuis voor schoolgaande kinderen” in Amsterdam.
Zij vond dat kinderen in de knel niet schâloos moesten ronddwalen door de stad. In 1917 werd de door haar opgerichte stichting erkend als reclasseringsvereniging. Wezenlijk voor haar werk was dat zij intensief contact zocht met de ouders van de kinderen om ook daadwerkelijk hun medewerking te verkrijgen. Deze werkwijze sloot goed aan bij de professionele ontwikkeling van het jeugdwelzijnswerk. Tussen 1960 en 1985 zijn er veel zogenaamde Boddaertcentra opgericht door het hele land.
Het bevorderen en ontwikkelen van diverse vormen van dagbehandeling door middel van financiering was het doel van het SOD fonds. Dagbehandeling voor ouders en kinderen in problematische opvoedsituaties bestaat in deze vorm nog steeds en wordt tegenwoordig meestal ingezet in combinatie met intensieve ambulante (thuis)hulp.
De jeugdhulpverlening verandert voortdurend. Het SOD-fonds gaat mee in die veranderingen. Het fonds speelt graag in op actuele ontwikkelingen en vernieuwende initiatieven van preventie en zorg aan kinderen en gezinnen. Tegenwoordig zet het fonds ook specifiek in op het stimuleren, ondersteunen en borgen van methodiekontwikkeling in de jeugdzorg.
Naast het steunen van vernieuwende initiatieven op deze gebieden financierde het SOD fonds samen met een aantal andere partijen de bijzondere leerstoel ‘Kwaliteit van professioneel handelen in de sociaal pedagogische hulpverlening’ (prof. dr. P. van der Laan) Een van die partijen was het K&O-Fonds Fie van der Hoop.
Het K&O Fonds Fie van der Hoop
Het K&O Fonds Fie van der Hoop komt voort uit de nalatenschap van Fie van der Hoop. De wortels van dit fonds liggen in de eerste emancipatiegolf voor vrouwen (1898 Nationale Tentoonstelling voor Vrouwenarbeid). Voorvechtster was mevrouw Sandberg-Geisweit van der Netten (1912 Nationaal Reizend Museum voor Ouders en Opvoeders, 1919 oprichting van de Vereniging-K&O, 1920 start Opleiding-K&O). In 1924 kwam voor het eerst een tijdschrift uit. De vereniging K&O was sterk preventief gericht en zette zich in voor steun aan ouders die vast dreigden te lopen in problematische opvoedingssituaties.
Fie van der Hoop was een tijdgenoot van Elisabeth Boddaert. Zij studeerde als een van de eerste leerlingen aan de Amsterdamse opleiding K&O (Kinderverzorging en Opvoeding). Ze gaf les en wijdde haar leven aan kinderen die het slecht of minder goed hadden getroffen en was een aantal jaren directrice van het Nationaal Reizend Museum voor Ouders en Opvoeders. Ze liet een substantieel bedrag achter dat moest worden besteed aan onderzoeks- of leefprojecten die leidden tot betere omstandigheden voor kinderen en jeugdigen.
Het K&O-Fonds Fie van de Hoop zette die opdracht om in daden. Samen met andere financiers was het fonds initiator van twee bijzondere leerstoelen aan de Universiteit van Amsterdam, namelijk de bijzondere leerstoel Kinderopvang (prof. dr. L. Tavecchio) en de bijzondere leerstoel ‘Kwaliteit van professioneel handelen in de sociaal pedagogische hulpverlening’ (prof. dr. P. van der Laan). Deze leerstoelen hebben een wezenlijke bijdrage geleverd aan de verbetering van de kwaliteit van handelen in de kinderopvang en de jeugdzorg. Hier ligt de bakermat voor de samenwerking tussen beide fondsen.
Beide fondsen zijn aparte rechtspersonen die in de eerste helft van de jaren-80 van de vorige eeuw opgericht. Sinds 1 juli 2012 vallen beide fondsen onder één bestuur.